Zo gauw de boten in oktober 2017 in de respectievelijke winterbergingen zijn gezet, is er weer veel vrije tijd beschikbaar. De windturbines bij Vlissingen vragen maar 8 uur tijd per week, dus blijft er veel vrije tijd over. Dan maar weer tijd aan de grootste hobby besteden: het ontwerpen en bouwen van zeiljachten!
Het dilemma is: Wat moet het nu worden? Want de Bouma-vloot is al aardig compleet. Wat mist er nog?
De Addy X is een licht en vooral snel kajuitzeiljacht. Maar op ruimer en vooral ruw water is het een ‘stuiterbal’ en maakt het heftige bewegingen, die niet echt aangenaam zijn als je langere tochten maakt. Dat is een logisch gevolg van haar lichte gewicht.
Na veel plussen en minnen is de conclusie, dat het dan maar een jacht moet worden dat net zo mooi is als de Classic Addy en de Lady Addy, maar dan maar niet zo snel. Het moet echter wel een handzaam en degelijk toerjacht worden.
Uiteraard kom je dan weer uit op de basisvormen van de vergrootte Draak, maar kleiner dan de Lady Addy. Het jacht moet niet te licht worden, maar wel handzaam, zodat het door een kleine bemanning kan worden bediend. Kortom: een degelijk, klassiek, goed zeilend toerjacht.
Na veel schetsen, wikken en wegen wordt het uiteindelijk een jacht met een lengte van 12 m, lange overhangen, dus de waterlijnlengte bedraagt slechts 7,70 m, de breedte wordt 2,70 m en de diepgang ‘maar’ 1,62 m, voor een zo groot mogelijk vaargebied. Het jacht mag maar 4 ton wegen, waarvan 2,5 ton voor de ballast. Het krijgt een grootzeil van 20 m² en een rolgenua van 25 m², dus totaal 45 m² zeiloppervlak.
Het is al weer een tijd geleden dat de tekeningen met een computerprogramma werden gemaakt, als je daar niet elke dag mee werkt, moet je je weer helemaal verdiepen in deze nieuwe techniek. Dus wordt weer op de ouderwetse manier ontworpen, dus met strooklatten en tekenloden om de gebogen lijnen op papier te zetten en het lijnenplan met spantenraam strokend te krijgen. Ook moeten de berekeningen nu weer handmatig worden gemaakt. Een tijdrovende klus, maar tijd is geen enkel probleem voor de rusteloze man.
Het jacht moet gemakkelijk te zeilen zijn, dus wordt wederom voor een rolgiek, elektrische genualieren en een balansroer gekozen. Onder de houten romp komt weer een roestvrijstalen dooskiel met 2500 kg loodballast.
